De vakantie van 2014 bracht ons heel dicht bij het wild. Via Frankfurt en Windhoek vlogen we naar Katima Mulilo waar Dick Sharp Witje op het vliegveld had klaar gezet. Na even uithijgen en een snelle inspectie van onze school in Bukalo reisden we door naar Kasane in Botswana waar de familie Leithuijser al klaar stond voor een mooie reis van 10 dagen door Hwange, langs de zuidkant van het Karibameer naar het wilde Mana Pools. Allemaal in Zimbabwe. Waar we vooraf nog dachten dat 10 dagen samen wellicht wat veel zou zijn, bleek het tegendeel al heel gauw waar. Met een heerlijke vanzelfsprekendheid trokken we samen op en namen we hindernissen als ‘weinig wild in Hwange’, ‘een omgevallen trailer’ en ‘een weg door Matusadona die deze naam eigenlijk niet mocht hebben’ met speels gemak.


Mana Pools was weer wild en prachtig. De olifanten scharrelden de hele dag over onze kampeerplaats en op één van de dagen hielden drie leeuwinnen ons de gehele dag alert door in het hoge gras te gaan liggen op pakweg 200 meter van ons plekje. Vanaf hier vertrokken Karin, Hessel, Luca en Noah richting Mozambique. Wij konden iets langer blijven en regelden uiteindelijk zelfs nog een extra nacht in een fraaie lodge waar we vreemde eenden waren tussen alle ‘fly in-gasten’, maar ondertussen wel heel erg genoten van deze luxe voor één nacht. Via de rustige grenspost van Kariba vertrokken we uiteindelijk naar Zambia waar we (voor de hoeveelste keer inmiddels?) weer een fraai kampeerplekje vonden aan de rand van wellicht het mooiste park van Afrika: South Luangwa.


Ooit eerder probeerden we South Luangwa richting het Westen te verlaten. Toen moesten we door de rivier rijden en sloopten we onze trailer. Dat weerhield ons er niet van nog eens de weg via North Luangwa te kiezen. Het ponton bleek nu wél te werken en met zeer beheerst rijden op de rotsige wegen wisten we alles heel te houden. Zo konden we doorsteken richting de Copperbelt waar, tegen de grens met Congo, een opvang is voor chimpansees. We konden met ze wandelen en spelen en zo zelf ervaren dat deze mensapen genetisch gezien wel erg op ons kijken (voor  99,8%). Vanaf hier zakten we weer af naar het Zuiden en keerden we terug naar Zimbabwe voor twee luxe nachten in Vic’Falls en een toeristische, maar daarom niet minder bijzondere, wandeling met leeuwen.


De vakantie bracht ons in contact met heel veel mooie beesten, met mooie vrienden, mooie bewoners en natuurlijk ook met onszelf. De kleuren, de beesten, de mensen en de rust; het blijft ons steeds trekken, dus terwijl we dit fotoboek aan het maken zijn, liggen de plannen voor een volgende reis al weer klaar. Dit wordt zonder meer vervolgd.