Mensen die Afrika in gaan...
Ver in de Caprivi, op twee lange dagen rijden vanaf Windhoek vroegen we in een apotheek naar een middel tegen stekende tsetse-vliegen. Daar zouden we in Zambia immers last van gaan krijgen. De apotheker wist het niet en nam telefonisch contact op met zowel een arts als een dierenarts. ‘Ik heb hier mensen die Afrika in gaan’ was daarbij zijn aankondiging. Wij dachten al een kleine week in Afrika te zijn...
Hij had ondertussen wél gelijk. Zambia is het Afrika van de Novib-kalender. Van wuivende kinderen, hongerbuikjes, asfaltwegen die zo slecht zijn dat je in de berm gaat rijden, stinkende vrachtauto’s die met pech langs de kant staan, bospaden zonder einde, waden door rivieren en overweldigende natuur. Zambia is ook een olifant die langs je tent loopt en voor een land dat zo arm is (in financiële zin) enorm hoge prijzen.
Het was weer een maand van verbazing en van leven met de dag en de minuut. Samen met Tom, Liesbeth, Keris en Mila écht werken om ergens te komen en al die inspanningen van rijden en klussen aan de auto beloond zien met heel veel moois, dat je dan voor je gevoel ook ‘verdiend’ hebt. Een landschap, een zonsondergang, een luipaard op klaarlichte dag en veel mooie verhalen. Onze tocht van bijna 7000 kilometer eindigde weer waar hij begon, maar bracht ons ook weer verder.
Je insmeren met Dettol schijnt overigens te helpen tegen die nare tsetse; we hebben het niet geprobeerd.