We wilden Afrika in de regentijd zien. Keiharde buien en sprankelend groen. De eerste dagen werden we, voor wat betreft die regen, op onze wenken bediend. Rijden en kamperen in stortregens; een bijzondere ervaring, maar niet direct een bijzonder leuke. Fijn dus dat het na wat dagen aanzienlijk droger werd en dat slechts de modder en het werkelijk overweldigend groen verwezen naar de nattigheid.Onze reis voerde dit keer in een vrij rechte lijn van Windhoek naar Maun in Botswana. De overige dagen brachten we door in de nationale parken ten oosten van Maun: Nxai en Makgadikgadi en rond een bijna drooggevallen eiland in de Okavango Delta. Opvallend mooie landschappen en, al even opvallend, niet al te veel wild, want dat zoekt in deze natte tijd elders haar heenkomen.In plaats van sleutelen aan de auto, kon er dit keer gewoon een boek gelezen worden. In plaats van warmte zoeken bij het vuur, was het nu afkoelen in de vele zwembaden en in plaats van kilometers trekken was het nu ook vaak hartenjagen, 'kantoortje spelen' of spelen op DS en Gameboy. Het was kortom in vele opzichten een andere vakantie dan andere en zeker dan de laatste...En dan viel er nog iets op: de verwondering die plots plaats lijkt te hebben gemaakt voor een vanzelfsprekendheid; een haast thuis voelen. We verbazen ons niet meer over de derde mond-en-klauwzeer-controle op één dag, een olifant of een avondlucht in duizend tinten. We kennen het, we weten het en we willen het nog honderd keer meemaken. Met volle teugen en heel vanzelfsprekend.